Skip to Main Content

Informatievaardigheden 2025-2026: Verdieping en verantwoording voor (onderwijs)collega's

Theoretisch kader

Deze LibGuide is gebaseerd op het HAN-raamwerk Informatievaardigheden. De makers van dit raamwerk - de werkgroep Onderwijs - hebben leeruitkomsten gekoppeld aan een samenvoeging van drie informatievaardigheidsstandaarden, te weten:

  • de taxonomie voor informatievaardigheid (Van der Meer en Post, 2020);
  • aangevuld met enkele punten uit de SCONUL Seven Pillars of Information Literacy (SCONUL, 2011);
  • en met Information Literacy Learning Outcomes and Generic Activities (Wageningen University & Research Library, 2018). 

Deze samenvoeging heeft geleid tot een nieuw, flexibel raamwerk dat beter aansluit op de onderwijsbehoeften binnen de HAN. Het raamwerk laat zien hoe de student informatievaardig wordt, van het oriënteren en specificeren van informatiebehoeften tot het publiceren en communiceren van eindproducten.

Bij de leeruitkomsten wordt er onderscheid gemaakt op drie niveaus: basis (algemeen), gevorderd (taakgericht), eind (afstuderen/praktijkgericht onderzoek). En de gestelde leeruitkomsten zijn getoetst met behulp van de Tuning Systematiek. 

Visualisatie van de 5 stappen inclusief de deelonderwerpen

Leeruitkomsten bij stap 1 Oriënteren en specificeren

  • je begrijpt problemen met toegang of gebrek aan toegang tot informatiebronnen
  • je benoemt de karakteristieken en kenmerken van verschillende typen informatie van een aantal aangereikte (informatie)bronnen
  • je beschrijft de werking en infrastructuur en (programmeer)technieken van internet en zoekmachines (bijv. algoritmen, ranking) 
  • je benoemt een aantal algemene relevante professionele en sociale netwerken en de rol die ze spelen in het informatielandschap
  • je beschrijft aspecten als (digitale) identiteit, digitale voetafdruk en privacy aan de hand van praktische voorbeelden
  • je identificeert de informatiebehoefte voor een aangereikt onderwerp
  • je doorzoekt een aantal voor oriëntatie geschikte aangereikte (informatie)bronnen, incl. web  
  • je beschrijft de werking en infrastructuur en (programmeer)technieken van internet en zoekmachines (bijv. algoritmen, ranking)
  • je formuleert op basis van een aangereikt onderwerp een beantwoordbare vraag
  • je begrijpt de verschillende waardedimensies die informatie/data hebben (o.a. handelswaar, onderwijsmiddel, strategisch machtsmiddel maar ook intellectuele waarde, maatschappelijke waarde etc.) en overziet voor- en nadelen van een informatiebron  
  • je begrijpt dat informatie/data verschillen in hun aard (bijv. Informatie/data m.b.t. onderzoek, statistiek, bedrijven maar ook objectief/subjectief en formeel/informeel), de vorm waarin ze verschijnen (bijv. video, tekst, simulatie) en de informatiebehoeften waarin ze voorzien ten behoeve van een gedefinieerde taak  
  • je begrijpt de invloed van de werking, infrastructuur en (programmeer)technieken van internet en zoekmachines (bijv. algoritmen, ranking, Internet of things) op het zoekproces
  • je netwerkt met anderen om informatie uit te wisselen en professionele of sociale contacten te ontwikkelen, zowel face to face als online, bijvoorbeeld via sociale media en vakcommunities  
  • je begrijpt de rol van het individu (consument / producent) in het informatielandschap en is zich bewust van aspecten als: digitale identiteit, digitale voetafdruk en de consequenties van online activiteiten, zowel in positieve als negatieve zin   
  • je identificeert de informatiebehoefte voor een eigen onderwerp binnen een specifiek onderwerpsveld 
  • je doorzoekt de belangrijkste voor oriëntatie geschikte (informatie)bronnen binnen je vakgebied, incl. web en deep web 
  • je begrijpt de invloed van de werking, infrastructuur en (programmeer)technieken van internet en zoekmachines (bijv. algoritmen, ranking, Internet of things) op het zoekproces 
  • je formuleert een eigen onderwerp, een onderzoeksvraag en een aantal deelvragen  
  • je neemt de waarde van informatie/data mee als criterium bij keuzes t.a.v. het gebruik van materialen van anderen en de creatie en verspreiding van eigen informatie en data
  • je kiest het type informatie/data dat qua aard en verschijningsvorm past bij de informatiebehoefte en/of doelgroep voor praktijkgericht onderzoek 
  • je begrijpt de invloed van de werking, infrastructuur en (programmeer)technieken van internet en zoekmachines (bijv. algoritmen, ranking, Internet of things) op het zoekproces
  • je erkent dat professionele of wetenschappelijke groei ontstaat in dialoog en draagt bij aan conversaties op een passend niveau via persoonlijke of sociale netwerken, soms gebruik makend van online en digitale technologieën (bijv. Discussielijsten, sociale netwerksites, blogs, enz.)
  • je maakt weloverwogen keuzes m.b.t. online activiteiten rekening houdend met verschillende rollen (consument / producent), digitale identiteit, digitale voetafdruk, en commodificatie van persoonlijke informatie 
  • je identificeert de informatiebehoefte voor een eigen onderwerp en praktijkgericht onderzoek
  • je identificeert en doorzoekt aanvullende voor oriëntatie geschikte (informatie)bronnen binnen of aangrenzend aan jouw vakgebied, incl. web en deep web  
  • je begrijpt de invloed van de werking, infrastructuur en (programmeer)technieken van internet en zoekmachines (bijv. algoritmen, ranking, Internet of things) op het zoekproces 
  • je formuleert een eigen onderwerp, een onderzoeksvraag en een aantal deelvragen en is in staat een theoretisch kader te schrijven

Leeruitkomsten bij stap 2 Plannen en zoeken

  • je selecteert uit een aantal aangereikte (informatie)bronnen en zoeksystemen de meest relevante voor je zoekopdracht  
  • je identificeert de belangrijkste concepten van de te onderzoeken vraag en bedenkt voor ieder concept een aantal zoektermen (synoniemen, verschillende schrijfwijzen, bredere termen, nauwere termen en vertalingen)  
  • je beheerst de volgende zoekmethoden: bouwsteenmethode, uitbreiden en beperken en de sneeuwbalmethode (referentielijsten)
  • je voert zoekopdrachten op een correcte en systematische wijze uit in een aantal aangereikte bronnen, gebruik makend van Booleaanse operatoren, zoekvelden, exact phrase en wildcards 

 

  • je selecteert uit de belangrijkste algemene en vakspecifieke (informatie)bronnen zoeksystemen binnen zijn vakgebied de meest relevante voor zijn zoekopdracht
  • je identificeert de belangrijkste concepten van de te onderzoeken vraag en bedenkt voor ieder concept een aantal zoektermen (synoniemen, verschillende schrijfwijzen, bredere termen, nauwere termen en vertalingen)  
  • je identificeert de belangrijkste concepten van de deelvragen en bedenkt voor ieder concept een aantal geschikte en correcte zoektermen
  • je beheerst de volgende zoekmethoden: bouwsteenmethode, uitbreiden en beperken, de sneeuwbalmethode en citatiezoeken
  • je voert zoekopdrachten op een correcte en systematische wijze uit in de belangrijkste algemene en vakspecifieke (informatie)bronnen binnen zijn vakgebied, gebruik makend van Booleaanse operatoren, zoekvelden, exact phrase, wildcards, thesauruszoeken en proximity operatoren

 

  • je selecteert relevante algemene en vakspecifieke (informatie)bronnen zoeksystemen binnen of aangrenzend aan zijn vakgebied op basis van al bekende en nieuw aan te boren bronnen (niveau C Eind)  

  • je identificeert de belangrijkste concepten van de te onderzoeken vraag en bedenkt voor ieder concept een aantal zoektermen (synoniemen, verschillende schrijfwijzen, bredere termen, nauwere termen en vertalingen)  

  • je identificeert de belangrijkste concepten van de deelvragen en bedenkt voor ieder concept een aantal geschikte en correcte zoektermen (niveau B Gevorderd en niveau C Eind) 

  • je beheerst de volgende zoekmethoden: bouwsteenmethode, uitbreiden en beperken, de sneeuwbalmethode en citatiezoeken (niveau B Gevorderd en niveau C Eind)  

  • je voert zoekopdrachten op een correcte en systematische wijze uit in de belangrijkste algemene en vakspecifieke (informatie)bronnen binnen zijn vakgebied, gebruik makend van Booleaanse operatoren, zoekvelden, exact phrase, wildcards, thesauruszoeken en proximity operatoren (niveau B Gevorderd en niveau C Eind)  

Leeruitkomsten bij stap 3 Kritisch beoordelen

  • je vormt je een snel beeld van de inhoud van informatie door gebruik te maken van de structuur en opbouw van (wetenschappelijke) teksten en presentaties
  • je beoordeelt zoekresultaten op betrouwbaarheid (autoriteit, juistheid, objectiviteit, kwaliteit van de informatiebron en controleerbaarheid) 
  • je houdt het zoekproces bij om waar nodig te herhalen of te verbeteren
  • je haalt de essentie uit geschreven en gesproken tekst, onderscheid daarbij hoofd- en bijzaken en bent in staat dit samen te vatten
  • je beoordeelt zoekresultaten op relevantie voor je onderzoeksdoel/-vraag (aansluiting van de gevonden informatie qua inhoud, niveau en actualiteit)
  • je beoordeelt zoekresultaten op betrouwbaarheid (autoriteit, juistheid, objectiviteit, kwaliteit en wetenschappelijk gehalte van de informatiebron en controleerbaarheid)  
  • je houdt het zoekproces bij om waar nodig te herhalen, aan te passen of te verbeteren en kan zoekopdrachten bewaren door het instellen van alerts in verschillende bronnen
  • je haalt de essentie uit geschreven en gesproken tekst, onderscheid daarbij hoofd- en bijzaken en bent in staat dit samen te vatten
  • je beoordeelt zoekresultaten op relevantie voor je onderzoeksdoel/-vraag (aansluiting van de gevonden informatie qua inhoud, niveau en actualiteit)
  • je beoordeelt zoekresultaten op betrouwbaarheid (autoriteit, juistheid, objectiviteit, kwaliteit en wetenschappelijk gehalte van de informatiebron en controleerbaarheid)  
  • je houdt het zoekproces bij om waar nodig te herhalen, aan te passen of te verbeteren en kan zoekopdrachten bewaren door het instellen van alerts in verschillende bronnen 

Leeruitkomsten bij stap 4 Organiseren en verwerken

 

  • je maakt gebruik van een eenvoudig logboek (enkelvoudige zoekvraag) voor het bijhouden van je zoekproces om dit eventueel te kunnen herhalen of aan te passen
  • je weet hoe je gevonden resultaten systematisch opslaat en organiseert 
  • je werkt vanuit een aangereikt probleem samen met medestudenten aan een informatieproduct via fysieke en online samenwerkingsomgevingen
  • je kunt gevonden informatie/data ordenen, interpreteren en terugkoppelen naar een enkelvoudig, aangereikt probleem 
  • je kunt een correcte bronvermelding maken volgens de voor hem geldende citatiestijl w.b.t. een boek(deel), artikel, website, afbeelding en rapport
  • je houdt je aan de regels van het auteursrecht en weet hoe je plagiaat kunt voorkomen
  • je gaat op een juiste (ethische) manier om met verkregen privacygevoelige informatie en data van anderen
  • je benoemt verschillende soorten informatieproducten en weet bij welke typen informatiebehoeften ze passen

  • je maakt gebruik van een gedetailleerd logboek (met hoofd- en deelvragen) voor het bijhouden van je zoekproces om dit eventueel te kunnen herhalen of aan te passen
  • je weet hoe je citatiemanagementsystemen (bijv. Zotero en Endnote) toepast bij het systematisch opslaan en organiseren van resultaten
  • je begrijpt het belang van samenwerking bij de totstandkoming van een informatieproduct en werkt vanuit een intrinsieke motivatie samen via fysieke en online samenwerkingsomgevingen  
  • je herkent en signaleert belangrijke informatie/data, ordent ze, legt de juiste verbanden, interpreteert en koppelt terug aan de te beantwoorden deelvragen van een eigen onderwerp binnen een specifiek onderwerpsveld, gebruik makend van geschikte software (bijv. Excelsheets)
  • je kunt een correcte bronvermelding maken volgens de voor jou geldende citatiestijl voor alle publicatievormen
  • je houdt je aan de regels van het auteursrecht, weet hoe je plagiaat kunt voorkomen en weet hoe je Creative Commons licenties kunt gebruiken  
  • je gaat op een juiste (ethische) manier om met verkregen privacygevoelige informatie en data van anderen
  • je kunt verschillende typen informatieproducten creëren en maakt daarbij een weloverwogen keuze voor het informatieproduct dat past bij de informatiebehoefte en doeleinden 
  •  

  • je maakt gebruik van een gedetailleerd logboek (met hoofd- en deelvragen) voor het bijhouden van je zoekproces om dit eventueel te kunnen herhalen of aan te passen 
  • je weet hoe je citatiemanagementsystemen (bijv. Zotero en Endnote) toepast bij het systematisch opslaan en organiseren van resultaten 
  • je participeert in online samenwerkingsomgevingen en bent in continue dialoog met professionals en wetenschappers in het besef dat verschillende perspectieven en interpretaties leiden tot groei van professionele kennis en wetenschap  
  • je herkent en signaleert belangrijke informatie/data, ordent ze, legt de juiste verbanden, interpreteert en koppelt terug aan de te beantwoorden deelvragen van een eigen onderwerp, gebruik makend van geschikte software (bijv. Excelsheets. Of text mining software)
  • je kunt een correcte bronvermelding maken volgens de voor jou geldende citatiestijl voor alle publicatievormen
  • je houdt je aan de regels van het auteursrecht, weet hoe je plagiaat kunt voorkomen en weet hoe je Creative Commons licenties kunt gebruiken 
  • je gaat op een juiste (ethische) manier om met verkregen privacygevoelige informatie en data van anderen
  • je schept nieuwe theorieën door het combineren van delen van bestaande ideeën en je kunt die omzetten naar een nieuw informatieproduct waarbij je vorm en proces afstemt op de informatiebehoefte en doeleinden 

Leeruitkomsten bij stap 5 Communiceren en publiceren

De leerdoelen van stap 5 zijn alleen van toepassing op niveau B en C.

 

  • je kent geschikte bronnen om in te publiceren op jouw vakgebied 
  • je communiceert, deelt en presenteert [een informatieproduct] in woord, beeld of schrift in geschikte/bruikbare formats/media

 

 

  • je kunt publiceren in een vakpublicatie
  • je communiceert, deelt en presenteert [een informatieproduct] in woord, beeld of schrift in geschikte/bruikbare formats/media
  • je maakt een informatieproduct toegankelijk voor een breder publiek waarbij de keuze voor de vorm waarin de informatie beschikbaar wordt gesteld, past bij de gekozen doelgroep

Doelgroepen en doeleinden

Deze LibGuide richt zich qua schrijfstijl op de student. Dat is een bewuste keus geweest. Toch richt deze LibGuide zich op meerdere doelgroepen en verschillende doeleinden.

 

Doelgroep

Gebruiksmogelijkheden van deze LibGuide

Voor de HAN informatiespecialist
  • als toolbox voor je eigen LibGuides
  • als theoretische basis in je gesprekken met het onderwijs (met name het raamwerk en de leeruitkomsten)
Voor de HAN docent
  • als basis voor alle (gast)lessen over informatievaardigheden
Voor de HAN student
  • als leermiddel en tool om informatievaardig te worden en te blijven
  • als checklist (zie leerdoelen) binnen dit leerproces
Voor degene die deze LibGuide bekijkt
  • voel je vrij om informatie uit deze LibGuide te hergebruiken (CC BY 4.0)