Om je zoekvraag goed te kunnen formuleren is de oriënterende fase belangrijk. In deze fase krijg je een globaal beeld van het onderzoeksgebied en de vakterminologie. Dit alles helpt je om je onderzoeksvraag scherp te formuleren. Noteer meteen alle relevante kernwoorden die je tegenkomt. Deze kernwoorden zijn je zoektermen (daarover in stap 2 meer). Maar eerst je onderzoeksvraag op orde. Daarover lees je hieronder meer.
| Je formuleert op basis van een aangereikt onderwerp een beantwoordbare vraag (niveau A Basis) |
| Je formuleert een eigen onderwerp, een onderzoeksvraag en een aantal deelvragen (niveau B Gevorderd) |
|
Je formuleert een eigen onderwerp, een onderzoeksvraag en een aantal deelvragen en bent in staat een theoretisch kader te schrijven (niveau C Eind) |
Onderzoeksvragen zijn de vragen die jij in je verslag gaat beantwoorden. Om de vragen te beantwoorden ga je eerst literatuuronderzoek doen. De eerste stap in dit literatuuronderzoek noemen we de oriënterende fase. In die fase kun je - met de kennis die je opdoet uit de oriëntatie - bouwen aan een goede onderzoeksvraag.
Maar waar moet een goede onderzoeksvraag aan voldoen?
.... met de tweede stap van je literatuuronderzoek: Plannen en zoeken