HBOspiegel: Enquête opstellen

Ga linksboven naar 'Enquêtes' en klik op toevoegen. 
Nadat in het enquêteoverzicht op de knop 'Toevoegen' is geklikt wordt er een nieuwe enquête aangemaakt. Er wordt een nieuwe pagina geopend voor het invoeren van de details/eigenschappen van deze nieuwe enquête.

Kies hier de naam, de doelgroep, de unit, de opties en de taal van de te houden enquête. Deze keuzes zijn later nog te wijzigen. Zie ook 4.3.1 Enquêtedetails bewerken.

• Kies bij 'Enquête naam' een naam waaraan de enquête later eenvoudig te herkennen is.
• Kies bij 'Unit' de unit / opleiding waarop de enquête betrekking heeft. 
• Kies bij 'Doelgroep' de meest geschikte doelgroep.
• Bij 'Opties' kunnen extra functies (Teruggaan in vragenlijst, Live resultaten, Voorleesondersteuning en Verberg ingevulde antwoorden) bij deze enquête worden geactiveerd. Zie ook 4.3.2 Enquête opties.
• Via 'Taal' kan de taal van een online-enquête gewijzigd worden. Het gaat daarbij niet om de taal van de vragen, maar louter om de taal van de meldingen van het systeem.

Nadat je voor 'Opslaan' hebt gekozen verschijnen de enquêtedetails. Door op 'Bewerken' te klikken, kom je uit op de bewerkpagina en kun je de enquêtegegevens aanpassen.

Via de link  'Enquêtes'  in de bovenste menubalk bereik je een overzicht van de beschikbare enquêtes. De enquêtes die je hier kunt zien zijn afhankelijk van de verkregen rechten. De enquêtes zijn chronologisch weergegeven. HBOspiegel.nl bepaalt dit op basis van de datum waarop de enquête gemaakt is. Deze indeling heeft verder geen functionele consequenties.

Via de zoekbalk bovenaan kun je de selectie beïnvloeden. Dit kan door op (een deel van) de enquêtenaam te zoeken.

Daarnaast kan er, eventueel in combinatie met een zoekterm, gefilterd worden op:

• Status: is de enquête al gestart, gesloten of in Demo.
• Jaar: het schooljaar waarin de enquête is aangemaakt.
• ​​​​​​​Unit: indien er meerdere units in de instelling zijn kan hier voor alle of één specifieke unit gekozen worden.

Bij de filterwaardes die uitklappen bij Jaar en Unit wordt direct aangegeven hoeveel enquêtes met dat filter beschikbaar zijn. Indien een filterwaarde geen enquêtes bevat zal deze ook niet worden weergegeven.

Als alle filters op 'Alles' staan en er geen zoekterm is ingevuld, zullen alle beschikbare enquêtes getoond worden.

Klik op de naam van de enquête om een bestaande enquête te bewerken. Klik op 'Toevoegen', onderaan de lijst, om een nieuwe enquête te maken.

Via de knop 'Geavanceerd' onderaan de pagina met de enquêtedetails kunnen extra instellingen en acties voor de enquête worden uitgevoerd.

Het betreft de volgende keuzes:

• Maak als sjabloon. De huidige enquête instellen als sjabloon voor meerdere (te vergelijken) enquêtes. Hiervoor dient de enquête wel reeds gestart te zijn. Zie handleiding hoofdstuk 4.3.3.1 Maak als sjabloon.
• Rechten. Het instellen van de rechten specifiek voor deze enquête. Zie handleiding hoofdstuk 4.3.3.2 Rechten.
• Vrije tekst. Maken en aanpassen van begeleidende teksten en afbeeldingen bij deze enquête. Zie handleiding hoofdstuk 4.3.3.3 Vrije tekst.
• Kopiëren  Het maken van een kopie van deze enquête. Zie handleiding hoofdstuk 4.3.3.4 Kopiëren van een enquête.
• Kopie verzenden. Het verzenden van een kopie van de enquête naar een andere gebruiker van de Onderwijsspiegel. Zie handleiding hoofdstuk 4.3.3.5 Kopie van een enquête verzenden.
• Afdrukken. Het maken van een afdrukvoorbeeld van de vragenlijst. Zie handleiding hoofdstuk 4.3.3.6 Voorbeeld afdrukken.

Vraag je van tevoren af:

• Wat is het doel van het onderzoek?
• Wat wil ik met de resultaten?
• Wie is mijn doelgroep?

Een vragenlijst is geen samenraapsel van vragen. De kwaliteit van de vragenlijst bepaalt voor een groot gedeelte de betrouwbaarheid van de resultaten. Vragen bedenken is ook bedenken welke antwoorden gegeven kunnen worden.

Hoeveel vragen?
Alle vragen die niet gebruikt worden bij de analyse kunnen worden weggelaten. De meeste respondenten zijn bereid 5 à 10 minuten te besteden aan het invullen van een vragenlijst. Bij digitale afname kan een respondent maximaal 8 vragen per minuut beantwoorden.

Taalgebruik

• Gebruik geen dubbelzinnige woorden. Bijvoorbeeld ‘Thuis’. Thuis is voor de ene student zijn studentenkamer en voor de andere zijn ouderlijke huis.
• ​​​​​​​Wees zuinig met bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden, deze zijn vaak subjectief. Bijvoorbeeld: ‘Is docent Jansen heel erg consequent?’ ‘Heel erg’ en ‘consequent’ kunnen voor iedere respondent een andere inhoudelijke waarde hebben.
• Gebruik geen ontkennend geformuleerde vragen, zij kosten de respondent veel nadenktijd en worden vaak fout geïnterpreteerd. 
  Bijvoorbeeld: ‘Vond u de open dag niet informatief?’
• ​​​​​​​Gebruik geen suggestieve vragen, waarbij je het antwoord in de mond legt.
  Bijvoorbeeld: ‘Vind jij ook niet dat docent Jansen vaak straf geeft?’
• Gebruik geen voorwaardelijke vragen. Een respondent moet zich dan eerst inleven in een situatie. Kan een respondent dit niet, dan krijgt men onbetrouwbare resultaten.
  Bijvoorbeeld: ‘Wat zou u doen als...?
• ​​​​​​​Gebruik de aanspreekvorm en de taal die aansluit bij de respondent. Tutoyeren of niet? Taalgebruik voor een hbo-student kan anders zijn dan voor een praktijkschoolleerling of een leerling uit groep 8 van de basisschool. 

Vorm

• Houd vragen en antwoordopties zo kort mogelijk. Dit voorkomt irritatie bij de respondent.
• Zorg voor discriminerend vermogen in een vraag; een vraag moet onderscheid opleveren.
• Bijvoorbeeld: in een meisjesinternaat vragen naar het geslacht betekent nul discriminerend vermogen.
• Maak bij de keuze voor de vraagsoort een afweging met betrekking tot de analyseerbaarheid. Schaalvragen lenen zich uitstekend voor het analyseren, matrix en open vragen niet.
• Zorg voor een logische opbouw van de vragenlijst; vragen die bij een rubriek horen plaatst men bij elkaar.
• ​​​​​​​Gebruik zoveel mogelijk dezelfde punt-schaal in één enquête.

Verhogen van de respons

• Houd teksten (uitnodigingen, welkomstwoorden, inleidingen) zo kort, zakelijk en vriendelijk mogelijk.
• Geef de reden aan waarom de respondent wordt uitgenodigd de enquête in te vullen.Vermeld de naam en/of het telefoonnummer/e-mailadres van de contactpersoon, iemand bij wie de respondent terecht kan met vragen.
• Vermeld een uiterste invuldatum.
• ​​​​​​​Maak gebruik van een vooraankondiging; laat de respondenten weten dat de enquête verwacht kan worden.

 Ten slotte
Open slotvraag: als deze uitgebreid beantwoord wordt, is dat meestal een signaal dat de vragenlijst niet zo goed was.